In de raadsvergadering van 24 februari hebben we ingestemd met een behoorlijk groene omgevingsvisie. We hebben daarbij wel gezorgd voor aanpassingen op het punt van gezonde leefomgeving in het landelijk gebied en taakstelling landbouwtransitie in landelijke kwaliteit en de rol van niet-agrarische, groene organisaties hierin.
Verder hebben we bereikt dat de nieuwe raad de noodzaak van een afwegingskader gaat evalueren om een al te vrije omgevingsvisie meer waarden mee te geven.
De raadsvergadering van 24 februari had een erg belangrijk onderwerp op de agenda: De omgevingsvisie.
Aan de omgevingsvisie is door velen keihard gewerkt de afgelopen jaren en vanuit de raad hield de Raadswerkgroep Omgevingsvisie de vinger aan de polis.
Naar aanleiding van de concept omgevingsvisie zijn nog veel zienswijzen ingediend ook vanuit ‘groene’ gelederen.
Uiteindelijk lag in de raad een behoorlijk uitgewerkte en redelijk groene omgevingsvisie voor. GroenLinks had in de voorbereiding nog wel een behoorlijk aantal verbeterpunten op een rij gezet en uiteindelijk voor een beperkt aantal punten, die we het belangrijkst vonden, gekozen om de kans van slagen te maximaliseren. Mooi teamwork hierbij was mede basis van het succes.
Gezondheid was van meet af aan voor ons een heel belangrijk voordeel van de omgevingswet omdat hiermee voor het eerst het aspect gezondheid kan worden meegenomen in de beoordeling van initiatieven. Maar laat in de omgevingsvisie nou uitgerekend de gezonde leefomgeving ontbreken in uitgerekend het streefbeeld landelijk gebied. Onverteerbaar natuurlijk, daarvan getuigen recente krantenartikelen en ook de demonstratie door omwonenden van een geitenhouderij met mega-aspiraties. (zie foto)
We hebben dus een amendement Gezondheid in het streefbeeld landelijk gebied opgesteld en samen met GBB ingediend. Ondanks verzet van wethouder Buunk is dit amendement door een meerderheid aangenomen waarmee dit lelijke gebrek is hersteld.
Voorts vinden wij dat de gemeente een verantwoordelijkheid en taak heeft in de landbouwtransitie en daarom hebben we een amendement ingediend met de opdracht een omgevingsprogramma landelijk gebied en landbouwtransitie in te richten. De weerstand van wethouder Buunk hiertegen was stevig en een meerderheid daarvoor was dun. Door onderhandelen met andere partijen kwam uiteindelijk echter een unaniem gesteunde motie uit de bus waarin het college de opdracht krijgt een omgevingsprogramma landelijke kwaliteit en erfgoed in te richten. Hierin heeft ook de landbouwtransitie een plaats gekregen en naast agrarische belangenbehartigers als bijvoorbeeld LTO krijgen ook groene organisaties als bijvoorbeeld Bomenbelang en de Bijenstichting een rol.
Verder hebben we een motie afwegingskader ingediend, waarmee we het college de opdracht wilden geven een kader te ontwikkelen om afwegingen tussen verschillende belangen te maken bij het beoordelen van initiatieven. De voorgestelde omgevingsvisie is immers erg ruim van opzet en kent veel vrijheden. Alles kan als het maar ergens goed voor is, zonder voldoende te wegen welke belangen ermee geschaad worden, zoals bijvoorbeeld biodiversiteit.
De motie hebben we na breed overleg ingetrokken omdat we de toezegging kregen van het college dat er een evaluatie van deze materie komt als we een half jaar gewerkt hebben met de Omgevingswet. Op basis daarvan kan de nieuwe raad dan oordelen over een eventueel afwegingskader.
Al met al zijn we van oordeel dat er uiteindelijk een behoorlijk groene omgevingsvisie ligt waarmee we verder kunnen. Wel zullen we aandacht moeten hebben voor handhaving van afspraken, gezien de grote mate van vrijheid in de visie.
Klik hier voor een videoverslag van de raadsvergadering en documenten.